De bemanning van ‘Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij’ (KNRM) station Urk werd afgelopen zaterdag opgeroepen na een melding over een zeilboot die in fuiken zou zijn gevaren. Ter plaatse bleek het echter te gaan om een trimaran – een zeilboot met drie rompen – die in aanvaring was gekomen met een 28 meter lange klipper. 

De aanvaring vond plaats op het IJsselmeer, waar het door het zomerse weer erg druk was op het water. Beide schepen zagen elkaar vermoedelijk over het hoofd. De trimaran liep zware schade op. Eén van de drie rompen brak deels af, waardoor het vaartuig nog maar nauwelijks bleef drijven. 

De opstappers van KNRM-station Urk werden gealarmeerd en voeren uit met reddingboten ‘Kapiteins Hazewinkel’ en ‘Veronica’. Na controle bleken alle opvarenden met de schrik vrijgekomen te zijn. De zwaar beschadigde trimaran werd met een overgezette pomp drijvende gehouden en door 'Kapiteins Hazewinkel’ naar de haven van Urk gesleept. De klipper kon op eigen kracht verder varen naar dezelfde haven. 

Twee opvarenden van een zeilboot zijn dinsdagmiddag in de problemen gekomen op het IJsselmeer. Tijdens de zeiltocht raakte de fokkenschoot, de lijn waarmee het voorzeil wordt bediend, verstrikt in de draaiende schroef. Hierdoor verloren ze de voortstuwing van zowel de motor als het zeil en dreef het vaartuig snel richting de dijk. Ondanks het uitgooien van een anker zonk de boot vlak voor de wal. De opvarenden konden zichzelf in veiligheid brengen.

De zeilers waren onderweg van Kampen naar Urk toen het weer steeds onstuimiger werd.  In een poging het zeiloppervlak te verkleinen, probeerden zij de fok deels in te rollen. Daarbij ging het mis: het voorzeil klapte volledig uit.

Om controle terug te krijgen over de situatie, werd de motor gestart. Op dat moment sloeg de fokkenschoot overboord en kwam deze vast te zitten in de schroef, waardoor ook de motor uitviel.

Met zowel de motor als het zeil buiten werking, dreef de boot snel richting de dijk. Een anker werd nog uitgegooid, maar kreeg onvoldoende grip op de bodem. De zeilboot kreeg vervolgens golven over zich heen en begon vol te lopen met water, waarna het zonk.

De Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij (KNRM) in Urk werd gealarmeerd en rukte uit met de reddingboten Kapiteins Hazewinkel en Veronica. Ter plaatse troffen de redders de twee opvarenden aan. Ze zijn gecontroleerd en overgebracht naar het KNRM-station in Urk voor verdere opvang.

Voor de zeilboot konden de opstappers van de KNRM niets meer betekenen. Deze zal op een later moment uit het water worden gehaald door een berger.

Op 1 juli vormde station Urk het toneel voor de jaarlijkse Rescue Battle. Sinds 2018 is dit hét moment waarop vijf reddingstations rond het IJsselmeer de strijd met elkaar aangaan in een sportieve competitie. Dit jaar werd echter voor een vernieuwde opzet gekozen: de deelnemers werden niet per station ingedeeld, maar gemixt tot gemengde teams. Ook waren er deelnemers van verschillende ketenpartners aanwezig, waaronder de Kustwacht, Rijkswaterstaat, politie, brandweer en ambulance.  

Het weer werkte mee en de deelnemers zeer fanatiek. De teams kregen uiteenlopende scenario’s voorgelegd waarin ze hun vaardigheden moesten tonen en punten konden verdienen.  Zo moest een slachtoffer per brancard over water worden vervoerd, werd er met een brandslang op doelen ‘geschoten’, stonden er diverse vaaropdrachten en medische oefeningen op het programma. 

Naast het trainen van praktische vaardigheden, stond ook samenwerking centraal. De oefening bood een mooie gelegenheid om met collega’s van andere posten en organisaties te werken, zoals dat in echte noodsituaties ook gebeurt. Het versterkt de samenwerking en het vertrouwen tussen de verschillende hulpdiensten. 

Al met al een geslaagde rescue battle die afgesloten werd met een heerlijke barbecue.  

In de nacht van vrijdag op zaterdag werden de opstappers van KNRM-station Urk opgeroepen voor een vaartuig dat in de problemen leek te zijn voor de kust van Urk. 

Een schipper van een binnenvaartschip, beladen met betongranulaat, werd verrast door de hoge golven op het IJsselmeer. De golven zorgden ervoor dat de lading nat werd. Als er genoeg water in het ruim zou komen, kon het schip zo zwaar worden dat het zou kunnen zinken. De schipper had het schip al zodanig gepositioneerd dat er minder water binnenkwam. 

Ter plaatse werd alles in gereedheid gebracht om in te kunnen grijpen. De pompen werden klaargezet en er werd een plan gemaakt voor het geval de situatie zou verslechteren.  

Een ander binnenvaartschip dat in de buurt was, is gevraagd om lij te geven. Dit heeft hij kunnen doen door aan de windkant van het getroffen schip te varen en zo beschutting te geven tegen de wind en de golven. Dit hielp voldoende om samen naar de haven van Urk te kunnen varen. Daar werd het schip afgemeerd om beter weer af te wachten.