Je zou journalist en auteur Pauline Broekema (65) een helper aan wal kunnen noemen. Als verslaggever bij het NOS Journaal toonde ze de kijker regelmatig het zware en waardevolle werk van KNRMvrijwilligers. “Dat deze vrijwilligers zo veel tijd en energie vrijmaken in een tijd waarin je gewend bent dat alles geld kost, vind ik heel bijzonder.”
Als het begon te stormen, dan werd er op de redactie altijd naar mij gekeken”, zegt Broekema met een glinstering in haar ogen. Ze houdt van de zee en is door de jaren heen ook van de KNRM gaan houden. In haar huis in Bussum vertelt ze vol bewondering over de mannen en vrouwen die zij ontmoette tijdens het maken van reportages op KNRM-stations in het hele land. Zoals over het bemanningslid van KNRM-station Stellendam die zij interviewde over de zoektocht naar overlevenden van de Herald of Free Enterprise. Deze scheepsramp op 6 maart 1987 kostte 193 mensen het leven. Een indrukwekkend verhaal dat haar altijd zal bijblijven. Net als de avond van 5 december 2012 toen zij verslag moest doen van een aanvaring tussen twee schepen 50 kilometer uit de Noordzeekust ter hoogte van Goedereede. Broekema werd met een cameraman naar Stellendam gestuurd om daar verslag te doen. “Het was verschrikkelijk weer”, herinnert zij zich. “Het sneeuwde en hagelde toen pas om 02.00 uur ’s nachts de reddingsactie werd afgeblazen en de reddingboot terugkwam. We stonden daar al uren te wachten, zagen helemaal niets. Tot we in het duister ineens de ronkende motoren van de reddingboot hoorden. Dat moest hem zijn. Niet veel later zagen we de felle lichten van de boot opdoemen. Dat was zó indrukwekkend. Toen ze aan wal kwamen, heb ik van dichtbij meegemaakt hoe het is voor de bemanning om niet terug te keren met een geredde, maar met een slachtoffer in een bodybag. En hoe belangrijk het tegelijkertijd is om altijd iemand aan land te brengen. Ik weet nog dat we vol ontzag en uit respect van een afstand hebben staan draaien.”
Broekema is auteur van het boek Het uiterste der zee. Anders dan de titel doet vermoeden, gaat het niet over de zee. Toch komt het er wel vaak in voor. De hoofdpersonen hebben ook veel overeenkomsten met de KNRM. Het is een familiegeschiedenis die zich afspeelt in de Tweede Wereldoorlog en waarin helpen centraal staat. “Helpen zonder dat je er zelf beter van wordt”, onderstreept Broekema. “Gewoon, omdat je vindt dat het moet, net zoals de vrijwilligers bij de KNRM. In het boek zijn het hoofdonderwijzer Attema en zijn vrouw die de Joodse Mies, een hoofdpersoon uit het boek, onderdak geven. Zij wordt zo gered. Een heldendaad. Want als het echtpaar was gepakt, was het stel meteen doorgevoerd naar een concentratiekamp en was Mies als strafgeval naar Westerbork afgevoerd en vandaar naar een vernietigingskamp. Een andere held uit het boek is de oogarts die Mies en haar dochtertje Sara in eerste instantie opnam in zijn ziekenhuis totdat er onderduikadressen voor ze werden gevonden. Dit zijn net als de KNRM-ers helden. Ze lopen niet met rijen medailles op de borst, maar doen het gewoon. Stille helden noem ik ze.”