Met de eb dreven de redders langzaam naar de buitengronden, waar een hoge branding stond. Zouden zij daar terecht komen, dan waren ze waarschijnlijk reddeloos verloren. Het moeten traumatische uren geweest zijn voor de tien roeiers op de omgeslagen boot. Drie uur na het kapseizen passeerden als door een wonder een sleepboot met schoener en een sleepboottrawler Rottum. Met een jas aan een stuurriem wisten de roeiers de aandacht te trekken. Met een gewaagde reddingspoging op de rand van de ondiepte, werden de mannen gered door de sleepboot. Die bracht ze naar Oostmahorn. Daar werden de mannen door de inwoners van het dorp voor de nacht opgevangen en de volgende morgen overgevaren naar Schiermonnikoog.
Douwe Visser was 41 jaar, weduwnaar en liet zijn moeder en zoontje achter. Ambrozius Dubblinga was 59 jaar en liet een vrouw en kind achter. Na de ramp ontving de reddingmaatschappij veel giften voor de nabestaanden. Zo kon de achtergebleven familie naast de eerder genoemde vergoedingen extra worden ondersteund.
De ramp liet zijn sporen na in de kleine gemeenschap op Schiermonnikoog. Maar spoedig melden zich nieuwe vrijwilligers en werd het reddingswerk met de roeireddingboot voortgezet. De laatste redding op spierkracht werd in de eerste oorlogsmaanden van 1940 verricht. Daarna kwam er een gemotoriseerde strandreddingboot op het eiland en groeide het reddingstation uiteindelijk uit tot wat het nu is.
Rampjaar 1921
De KNRM verloor een half jaar later nog tien redders bij rampen met de motorreddingboot Brandaris van Terschelling en de stoomreddingboot President van Heel van Hoek van Holland. Die rampen zijn in oktober 2021. In totaal verloor de KNRM in haar bijna 200 jaar bestaan 69 redders. Ter nagedachtenis is er een nationaal reddersmonument in Den Helder, maar zijn niet op alle reddingstations gedenkplaatsen om lokale rampen te herdenken. Daarom plaatste de KNRM op 9 april een gedenkplaat bij het boothuis op de veerdam van Schiermonnikoog. De gedenkplaat op Schiermonnikoog werd onthuld door nakomelingen van de verdronken redders.
Het reddingwerk op zee kan bij slecht weer gevaarlijk zijn. Het reddingmaterieel is tegenwoordig weliswaar vele malen beter en veiliger dan de roeireddingboten van vroeger, maar de kans op kapseizen blijft bestaan. Het overkwam onlangs de reddingboot van Nes op Ameland tijdens een zoektocht naar een vermiste zwemmer. Dankzij het zelfrichtend systeem van de reddingboot, de overlevingspakken die de bemanningsleden dragen en de goede veiligheidstrainingen die gevolgd worden, liep het incident goed af.
Het herdenken van de redders die hun leven gaven tijdens het reddingwerk is belangrijk om niet te vergeten welke moed er voor nodig was en is om mensen te redden.