Ongerust thuisfront: een KNRM'er in hart en nieren 'vergeet' zijn vrouw
“Het was zijn lust en zijn leven,” zegt Coby Kooiker als ze de verzamelmap op tafel legt, waarin zij de reddingen van haar man Bernard heeft bijgehouden. Krantenknipsels, foto’s van onderscheidingen, dankbrieven van het hoofdbestuur, zelfs losse aantekeningen van Bennie zelf vind je erin terug. “Soms loop ik langs het strand en overdenk ik wat hij allemaal gedaan heeft. Ik neem er m’n petje voor af.” Ze lacht:“Bennie, zoals iedereen hem noemde, hield helemaal niet van de zee, hij kon niet eens zwemmen!
Ja, garnalen kruien op het strand deed hij wel en hij was in zijn jonge jaren mee geweest met de Willem Barendsz, een walvisfabrieksschip, maar dat hij gedurende 41 jaar aan zo veel reddingsacties zou meedoen, waarbij meer dan tweehonderd mensen werden gered, dat zou ik vooraf nooit hebben gedacht. Hij zette er alles voor aan de kant.”
Het is begin april, halverwege de jaren tachtig. Door een ongelukkige manoeuvre strandt een viskotter. Coby: “Het was maandagavond. Na een oefenavond in het boothuis J.H.B. Bruinier kwam Bennie thuis. We zouden net beginnen aan ons gebruikelijke ritueel: een jonge jenever voor hem, een wijntje voor mij, toen de pieper ging. Verbaasd keek Ben op, hij kwam er net vandaan. Terug dan maar weer. ‘Waarschijnlijk ben ik zo weer thuis,’ riep hij bij de deur. ‘Ik wacht wel even,’ riep ik terug. Het was half elf en het werd half twaalf, half een, half twee… Toen ben ik maar naar bed gegaan. Ik zat rechtop in bed – het was de tijd vóór de mobiele telefoons, er was geen contact, geen uitleg van de situatie. Er vormde zich een zin in mijn hoofd: ‘De redders moeten gered worden’. Rond half drie stond ik op en ontdekte ik dat het had gesneeuwd en gehageld: het zou toch niet zo zijn dat hij ergens was uitgegleden en dat ik moest gaan zoeken? Maar waar dan? Na een half uurtje ijsberen ging ik rond kwart over drie toch maar weer naar bed. De zin kwam terug: ‘De redders moeten gered worden’. Het zou toch niet zo zijn dat ik in de komende dagen een begrafenis zou moeten voorbereiden, we hadden drie kleine kinderen… Pas om zeven uur ‘s ochtends kwam hij thuis, vrolijk, in een opperbeste stemming. Ik was echter zó boos, ik heb het verhaal aangehoord en daarna een dag lang niet tegen hem gesproken. Die avond moest hij weer naar het boothuis. Toen hij thuiskwam, heb ik aandachtig naar het verhaal geluisterd.”
Na een lange winter zonder verdiensten waren de Zoutkamper garnalenvissers weer ‘los’. Omdat in het voorjaar de eerste garnalen heel dicht bij het strand zitten, wordt door de vissers dan ook zo dicht mogelijk bij het strand gevist. Daarbij was de ZK 55 bij paal 15 bij Buren vast komen te zitten. In het begin van de nacht wordt de lijnwerp- en wipperploeg van de KNRM gevraagd om een lijn over te schieten naar twee collega-vissers, zodat een sleepkabel kan worden getrokken en de Zoutkamper vissers een poging kunnen doen om de ZK 55 los te trekken. Na een zuiver schot van vuurpijlrichter Bernard Kooiker komt de verbinding tot stand. Helaas breekt de lijn en wordt er geconcludeerd dat er gewacht moet worden tot het water zakt. De wipperploeg gaat terug naar hun boothuis en zet een pot koffie in afwachting van gunstiger getij. Ze passeren daarbij het huis van Bernard. Ze kiezen ervoor om niet thuis langs te gaan, want ‘dan zijn de vrouwen ook nog wakker’. Rond zeven uur wordt weer met een zuiver schot een nieuwe verbinding gemaakt. De sleepkabel is ook nu niet sterk genoeg. Hij breekt en ook deze poging mislukt. Besloten wordt om een staaldraadkabel aan te leggen.
‘s Middags had een op het eiland werkzame firma met twee graafmachines bij paal 15 via het kortste traject een diepe en brede geul naar zee gegraven, beginnend vanaf de achterkant van de ZK 55. Rond half twaalf ’s avonds, met pal hoog water en een solide stalen sleepkabel, werd weer een poging ondernomen. Een uur eerder begon de gegraven geul al vol te lopen. Korte tijd later dreef de ZK 55 weer en was de weg terug naar zee vrijgemaakt. Met behulp van de trekkracht van de twee collega-kotters en de mondelinge begeleiding van de wipperploegleden via de marifoon gleed de ZK 55 terug in zee. Door de dagenlange bergingsactie waren vele Amelanders en vakantiegangers (vanwege de paasvakantie) op het strand aanwezig. De losgetrokken ZK 55 werd begeleid met een warm applaus, als gold het de tewaterlating van een nieuw schip.
Natuurlijk staat deze redding met twee krantenberichten en een foto van de kotter in het plakboek over de reddingen van Bernard Kooiker, die in 2018 overleed. Coby plakte ze zorgvuldig in. “Maar vergeet niet,” zegt ze, “het werk van de KNRM is niet zonder gevaar en achter iedere redder staan een vrouw en hun kinderen.”
Het boekje De sterke verhalen van Ameland brengt op levendige wijze de unieke historie en karakteristieke verhalen van het eiland tot leven. Met aansprekende anekdotes en kleurrijke beschrijvingen biedt het een inkijkje in de rijke maritieme tradities, bijzondere gebeurtenissen en de sterke gemeenschapszin van Ameland. Het is een waardevolle verzameling verhalen die niet alleen de eilandcultuur eert, maar ook de band met de KNRM en haar inzet voor veiligheid op zee onderstreept.
Help mee het nieuwe boothuis van KNRM Ameland mogelijk te maken!