Bouwpakket
In de loods staan frees- en draaimachines voor het vormen van het aluminium bouwpakket. Andries, die begin dit jaar zijn AOW krijgt, doet dit nog altijd zelf. Hij gaat als eerste aan de slag met het bouwpakket dat hij ontvangt van het bedrijf Snijtech Joure. De vakman heeft het spaanwerk tot een kunst verheven.
Op de grond ligt de spantenvloer van het schip op ware grootte. Elke spant toont 40 centimeter van het schip. Zo bouwen ze de boot in secties op; van voren naar achteren. De spantenvloer geeft de bouwers houvast. Jacco: “Het casco wordt in delen samengesteld en elke koppeling of samenstelling kan vervormen als je aan het lassen bent. Als dit gebeurt, loop ik naar deze tekening en heb ik de exacte maten om op terug te vallen en zie ik precies hoe het eruit moet zien.”
We lopen naar de loods waar ze de Van Wijk in elkaar zetten. Ik zie een groot glimmend aluminium schip hoog op een botentrailer. Wow, dat ziet er indrukwekkend uit. “Je denkt zeker dat dit de nieuwe reddingboot is, hè?”, grijnst Andries terwijl hij wijst naar een veel kleinere ribbenkast aan mijn voeten. “Dit is ‘m!”
Op het moment dat wij op bezoek komen, heeft Folmer Jachtbouw drie weken aan de Van Wijk gewerkt. Het bovendek met stuurhut ligt nog op de tekentafel, vertelt hij. Het grootste gedeelte van de romp is klaar. Ze hebben nog een week de tijd om het af te ronden, de huidplaten erop te leggen en de boot te draaien. Over een week vindt namelijk de ‘kielceremonie’ plaats met onder meer de familieleden van donateur Van Wijk. Hierbij wordt een muntje gelegd op de kiel van het schip. Deze traditie is ontstaan in de Romeinse tijd. Een muntje onder de houten kiel moest zorgen voor een ‘fortuinlijke’ vaart. Dit keer gaat het muntje in een aluminium busje om corrosie te voorkomen.
Wopke Haantjes is druk aan het werk aan de romp om deze deadline te halen. Het laswerk is het meeste werk. En het moet perfect zijn. Hij vertelt over de onaangekondigde bezoeken van Lloyd’s Register. Dit bedrijf houdt controle op de zeewaardigheid van schepen. “Zij nemen röntgenfoto’s van de ribbenkast en smeren een goedje op het laswerk waarmee je kunt zien of de hechting goed is. Natuurlijk werken we altijd heel secuur, maar bij deze reddingboot komt er nog een gevoel bij. Het gevoel dat deze boot levens gaat redden. Daarom schuur ik het net iets netter af, zodat er geen scherpe randjes aan zitten.”
De drie nuchtere Friezen die aan de Van Wijk werken houden niet van poespas. Maar bij alle drie is een twinkeling in de ogen te zien als ik vraag hoe zij het vinden om een reddingboot voor de KNRM te mogen maken. “Het is een hele eer”, zeggen ze alle drie afzonderlijk van elkaar.