Zangeres FLEUR doopte zaterdag 8 maart de nieuwste reddingboot 'Irene & Henk' van reddingstation Egmond aan Zee van de KNRM. Zoals gebruikelijk bij de KNRM is ook de bouw van deze ruim elf meter lange reddingboot mogelijk gemaakt door een schenking.

Reddingbootklasse Van Wijk

De nieuwe reddingboot is gebouwd door de Noord-Hollandse werf Habbeke Shipyard in Hoorn. De Van Wijk is een doorontwikkeling van de Valentijn 2000. De nieuwe reddingboot is technisch getekend door Gaastmeer Design. Net als bij de overgang van de originele Valentijn naar de 2000, is de Van Wijk naar achteren verlengd. Dit keer met 50 centimeter om bovendeks meer ruimte te creëren. De rompvorm is grotendeels hetzelfde gebleven. Daarnaast is onder meer een vernieuwde drenkelingenklep aangebracht en zijn de motoren meer naar voren geschoven voor een betere balans.

Capaciteiten nieuwe reddingboot

De reddingboot weegt 9,5 ton, is 11,40 meter lang en 4,10 meter breed, heeft een bemanning van vier personen en een gereddencapaciteit van 50 personen. De aandrijving bestaat uit twee VOLVO PENTA D6-440 pk motoren. Elk gekoppeld aan een Hamilton-waterjet, waarmee een maximum snelheid van 35 knopen kan worden bereikt. De Van Wijk-klasse reddingboot is onder alle weersomstandigheden inzetbaar op het IJsselmeer, de Waddenzee en kan ook gelanceerd worden vanaf het strand aan de Noordzee. De motoren van de nieuwe reddingboot voor Egmond aan Zee zijn geschikt voor het varen met HVO100-brandstof. Dit levert 90% reductie van CO2-uitstoot op. Een belangrijk winstpunt in de doelstellingen naar meer duurzaamheid binnen de KNRM.

Vervangt reddingboot Adriaan Hendrik

De nieuwe reddingboot vervangt hiermee reddingboot Adriaan Hendrik die haar reddingbootcarrière op 3 oktober 1992 startte in Egmond aan Zee. De Adriaan Hendrik werd betaald uit de nalatenschap van mevrouw C.H. Kleiweg de Zwaan-Bijning en werd genoemd naar haar echtgenoot A.H. Kleiweg de Zwaan. De Adriaan Hendrik mag met haar ruim 32 dienstjaren, 527 reddingacties, 403 geredde personen en 3 geredde dieren gaan genieten van een welverdiend pensioen.

Al 200 jaar reddingwerk in Egmond aan Zee

In Egmond aan Zee stonden bij de oprichting van de Redding Maatschappij al drie geschikte boten om reddingwerk mee te verrichten, waaronder een zogenaamde Groenlandse sloep. Daarmee werd op 26 december 1824 de eerste redding van de Redding Maatschappij verricht. Dertien opvarenden van het schip de Twee Gebroeders zijn behouden aan wal gebracht.

De eerste roeireddingboten waren ‘Groenlandse sloepen’, die bij de walvisvangst werden gebruikt. Ze waren snel en wendbaar, met tien roeiers en een stuurman aan boord. Voor het reddingwerk werden ze onzinkbaar en zelflozend gemaakt. De roeireddingboot werd bemand door sterke roeiers. Meestal vissers die met storm thuis waren. De reddingsvesten waren van kurk. Het materieel was voor die tijd modern, maar vergeleken met nu erg primitief. Toch werden er gedurfde reddingen mee verricht onder slechte weersomstandigheden. Een bekende reddingbootschipper was Jaepie-Jaepie (Jacob Glas). Over hem werd zelfs een boek geschreven door Joh. Kieviet, de schrijver van de Dik Trom boeken. Van Jaepie-Jaepie staat een standbeeld bij de strandopgang.

Het boothuis voor de roeireddingboot is een paar keer verhuisd vanwege duinafslag. De reddingboot werd met paarden van boeren of ondernemers uit het dorp naar zee gebracht. In 1939 werd de roeireddingboot vervangen door een stalen motorstrandreddingboot. Met veel geratel trekt een rupstractor de boot naar zee. Tijdens de oorlog werd het dorp ontruimd en ligt de reddingboot tijdelijk in Enkhuizen. In 1992 is de houten motorstrandreddingboot vervangen door een snelle, aluminium reddingboot. Deze reddingboot vergrootte het werkgebied van het reddingstation aanzienlijk, waardoor het reddingstation vaker werd gealarmeerd.

KNRM Egmond aan Zee anno 2024

De reddingboot, de bootwagen en het kusthulpverleningsvoertuig van KNRM Egmond aan Zee worden bemand door 42 enthousiaste vrijwilligers, waaronder bemanningsleden, helpers aan de wal en leden van de plaatselijke commissie. In de komende jaren is het plan ook het kusthulpverleningsvoertuig, nu van het merk Unimog, te vervangen door een duurzamer voertuig van het merk Iveco Eurocargo. Het reddingstation komt zo’n 50 keer per jaar in actie langs de Noord-Hollandse kust, zowel op zee als op het strand en in de duinen. De bemanning is professioneel opgeleid voor het reddingwerk, wordt periodiek bijgeschoold in tal van vaardigheden en oefent wekelijks om maximaal voorbereid in actie te kunnen komen.

Dinsdag 2 juli 2024 heeft de KNRM het contract voor de bouw van 11 Rigid Inflatable Boats (RIB) van de nieuwe Chaterina D-klasse getekend met Stormer Marine, scheepswerf en bouwer van aluminium werkboten te Hoorn. Met de bouw is een investering van 2,7 miljoen euro gemoeid. Deze wordt bekostigd uit nalatenschappen en bijdragen van donateurs van de KNRM.

De in totaal 12 boten van de Chaterina D-klasse gaan de al jaren in gebruik zijnde RIB’s van de Atlantic 75-klasse vervangen, in gebruik bij de reddingstations rondom het IJsselmeer, Markermeer, Noordzee, de Grevelingen en het Waddengebied.

Het ontwerp van de Chaterina D-klasse is in nauwe samenwerking met de KNRM tot stand gekomen. Hierbij hebben de ervaringen van de huidige bemanningen van de Atlantic 75-klasse een belangrijke rol gespeeld. Dit proces heeft uitgemond in een eerste prototype: de “Chaterina D”, waarmee uitgebreide proefvaarten zijn uitgevoerd. Op basis van deze proefvaarten worden in samenspraak met Stormer nog enkele optimalisaties in het ontwerp doorgevoerd, zowel voor de huidige Chaterina D als voor de 11 vervolgboten van de klasse. In de reddingboot is plaats voor drie bemanningsleden en twaalf geredden. Twee Yamaha 115 PK 4-tact motoren geven de reddingboot een snelheid van minimaal 32 knopen.

De naam van deze nieuwe klasse 7,5 meter RIB’s is – traditiegetrouw - bepaald door de schenkers van de eerste boot van deze klasse. Stormer zal de komende jaren gemiddeld twee boten per jaar opleveren. De voorbereidingen voor de bouw van de eerste twee boten, na de “Chaterina D”, zijn begonnen en deze boten zullen naar verwachting worden opgeleverd in januari en februari 2025.

“We zijn trots dat de KNRM de bouw van de 11 vervolgboten van de Chaterina D-klasse aan Stormer heeft toevertrouwd en we zullen er alles aan doen om gezamenlijk met alle betrokkenen van de KNRM er een succes van te maken”, aldus Richard Gramser, een van de oprichters en commercieel directeur van Stormer.

“We zijn erg blij dat met de ondertekening van dit contract voor de bouw van de volgende 11 RIB’s van de Chaterina D-klasse er een intensief ontwerptraject is afgesloten en dat in de komende jaren de RIB’s van de Atlantic 75-klasse kunnen worden vervangen door deze nieuwe ‘state-of-the-art’ Chaterina D RIB’s”, aldus Jacob Tas, directeur KNRM.

De Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij testte vrijdag 29 september de zelfrichtende capaciteit van de nieuwe reddingbootklasse Chaterina D voor het reddingstation Vlieland. De test vond plaats in Harderwijk bij de werf Palfinger Marine, die de 7,5 meter lange reddingboot heeft gebouwd. 

Reddingstation Blaricum krijgt een nieuwe bootwagen. En niet zomaar een standaard bootwagen. De wagen die vanaf eind november de eveneens nieuwe Blaricumse reddingboot Pieter Houbolt richting het water zal brengen is speciaal voor dit reddingstation ontwikkeld én volledige elektrisch.