1885
Het reddingstation Burghsluis werd opgericht om in de monding van de Oosterschelde hulp te kunnen bieden. De nieuwe, zelfrichtende roeireddingboot Prinses Wilhelmina werd er gestationeerd. Deze reddingboot kreeg als één van de eerste reddingboten in 1906 bij wijze van proef een benzinemotor ingebouwd. De boot stond gestationeerd in een boothuis op de dijk, met een helling voor het te water laten. In 1920 worden de reddingboot en het boothuis door een benzineontploffing onherstelbaar beschadigd. Schipper Van der Klooster raakt zwaargewond. De roeireddingboot Prins Hendrik van Brouwershaven ging daarna tijdelijk naar Burghsluis.
