Skip to main content

Noodsignalen

Noodsignalen: Wat te Gebruiken en Wanneer

In een noodsituatie is het cruciaal om snel en effectief een noodsein uit te zenden. Er zijn verschillende manieren om hulp in te roepen, van visuele signalen tot geavanceerde elektronische noodbakens. Hieronder vind je een overzicht van een aantal van de meest gebruikte signalen, hoe ze werken en – indien van toepassing – op welke frequenties ze uitzenden.

Let op: gebruik noodsignalen alleen bij een daadwerkelijke noodsituatie. Het onterecht uitzenden van noodseinen is strafbaar.

drie categorieën noodsignalen

Hulp nodig bij je keuze? Laat je goed adviseren, bijvoorbeeld in een watersportwinkel. Het juiste noodsignaal kan het verschil maken.

Visuele pyrotechnische noodsignalen (ernstvuurwerk)

Handstakellicht (rood)

Kan zowel in donker als bij daglicht worden gebruikt. Is in het donker wel beter zichtbaar.

Dag- en nacht noodsignaal

Bestaat uit twee delen. Rood stakellicht voor de nacht. Oranje rooksignaal voor de dag. De zichtbaarheid van deze rook is, zeker op een winderige dag, beperkt.

Parachutefakkel wit (valschermsignaal)
  • Noodsignaal voor zowel dag als nacht.
  • Uit de hand omhoog te schieten rode flare die via een parachute langzaam daalt. Bij veel wind iets met de wind mee richten. De flare klimt tegen de wind op. Als je tegenwinds richt, kiest het signaal een horizontale koers en zal brandend op aarde terug keren.
  • Bereikt een hoogte van ongeveer 300 meter.
  • Let op: gevaarlijk bij gebruik in de nabijheid van helikopters.
  • Let op: draag leren handschoenen bij afschieten, brandgevaar.
Elektronische flares
    • Elektronisch rood handstakellicht.
    • Alternatief voor traditioneel pyrotechnisch noodsignaal rood handstakellicht.

Nadeel: is minder fel.

Nadeel: periodiek vervangen en als gevaarlijk chemisch afval inleveren.

Voordeel: brandt meerdere uren i.p.v. ongeveer een halve minuut.

Voordeel: geen vuur en hitte, veiliger voor persoon en schip.

Voordeel: hergebruik mogelijk, aan het eind van levensduur als recyclebaar afval in te leveren.

NOODBAKENS

Noodbakens:

Noodbakens zorgen via de satelliet voor een wereldwijde alarmering. Nadat een noodbaken is geactiveerd, wordt een reddingsactie in gang gezet. Er zijn drie categorieën noodbakens: voor schepen, vliegtuigen of personen. Al deze bakens maken gebruik van het COSPAS-SARSAT-systeem, een wereldwijd netwerk voor opsporing en redding via satellieten. De verwerking van de uitgezonden noodseinen is voor alle drie de soorten bakens gelijk. Het noodsignaal wordt in alle gevallen via de satelliet naar de dichtstbijzijnde Kustwacht verzonden op de frequentie 406 MHz en wordt daarom ook wel 406 MHz-bakens genoemd. (Het COSPAS-SARSAT-netwerk wordt in stand gehouden door de diverse deelnemende landen (publiek gefinancierd).

Wanneer een 406 MHz-baken wordt geactiveerd, stuurt het een noodsein uit waarbij de positie van het vlieg- of vaartuig, dan wel de persoon, wordt gegeven. Dit signaal bevat ook gegevens over wie of wat in nood verkeert. Deze informatie komt via de satelliet uiteindelijk terecht bij het dichtstbijzijnde reddingscoördinatiecentrum (RCC). 406 MHz-bakens zijn noodseinen, dus strikt bedoeld voor gebruik in noodgevallen. Misbruik is strafbaar.

Noodbaken - EPIRB (Emergency Position Indicating Radio Beacon)

Een EPIRB is een noodbaken voor de scheepvaart. Een EPIRB hoort bij een schip en is op de naam van dat schip geregistreerd. Als het schip zinkt, zal de geplaatste EPIRB loskomen en door contact met het zeewater gaan zenden. Een EPIRB kan ook handmatig worden geactiveerd. Besef dat het altijd beter is om de EPIRB (zo mogelijk) bij je te houden, dus om hem zelf te activeren. Een zendende EPIRB geeft een noodpositie en kan daarmee snel worden gevonden. Dit geldt echter voor de EPIRB en niet per se voor de schipbreukelingen waar het om gaat! Houd een EPIRB dus altijd bij je. Aan de EPIRB zit een touwtje, bedoeld om deze aan het reddingsvlot (of eventueel aan jezelf) vast te binden. Houd de EPIRB nooit in het reddingsvlot. Dit kan het signaal verstoren.

  • Op jachten wordt vaak gekozen om de EPIRB op een goed bereikbare plaats te houden. Hij zal dan niet automatisch loskomen/zenden en moet in noodgevallen meegenomen worden, bijvoorbeeld naast het reddingsvlot. De meeste kunststof jachten zinken niet, maar blijven vlak onder de oppervlakte drijven. De EPIRB in een automatische behuizing wordt pas gelanceerd als het schip 3 meter onder water is. Bedenk dat als je gekozen hebt voor een auto release housing op een kunststof schip, een reden te meer om de EPIRB zelf mee te nemen als je het schip moet verlaten.
  • Registratie: Een EPIRB is aan een schip gebonden en moet geregistreerd zijn bij de Rijksinspectie Digitale Infrastructuur (RDI) en staat op de machtiging (ship-station-license of registratiebewijs). Het baken wordt zonder extra jaarlijkse kosten bijgeschreven op de zendmachtiging en is voorzien van een MMSI-nummer. Zonder deze registratie zou het niet duidelijk zijn wie de noodsignalen uitzendt.

Wettelijk kader: Voor een EPIRB is minimaal het Marcom B-certificaat verplicht.

Noodbaken - ELT (luchtvaart)

Het 406 MHz-noodbaken voor vliegtuigen. Werkt als een EPIRB, wordt echter geactiveerd door impact, in plaats van contact met zeewater. Uitsluitend bestemd voor de luchtvaart.

Noodbaken - PLB (persoonlijk gebruik – Personal Locator Beacon)

Een PLB is een persoonlijk noodbaken dat via het COSPAS-SARSAT-satellietsysteem een signaal uitzendt, waardoor wereldwijd de in aanmerking komende hulpdiensten worden gealarmeerd.

  • Registratie: ook een PLB wordt verplicht geregistreerd bij de Rijksinspectie Digitale Infrastructuur (RDI). Zonder deze registratie is het niet duidelijk wie de noodsignalen uitzendt. Omdat een PLB niet specifiek bedoeld is voor de maritieme wereld, is de PLB (nog) niet opgenomen in de maritieme registratie. Je moet schriftelijk een aparte vergunning aanvragen. De PLB wordt op de persoon geregistreerd. Dat kan ook als je geen boot hebt, of geen Marcom B-certificaat. De registratie leidt tot extra jaarlijkse kosten.
  • Bereik: Wereldwijd.
  • Werking: Moet handmatig worden geactiveerd en stuurt de exacte GPS-locatie door naar hulpdiensten. De AIS-PLB  wordt ook automatisch geactiveerd als deze op de juiste manier in een automatisch reddingsvest is geplaatst.

POSITIEBAKENS

pOSITIEBAKENS:
  • De positiebakens zenden geen noodsein uit, maar zijn bedoeld om het zoeken tijdens noodgevallen makkelijker te maken door een peiling of positie te geven. De positiebakens werken via AIS of via een homingsignaal op de luchtvaart noodfrequentie 121,5MHz. Dit signaal is bedoeld voor je eigen schip, dat het dichtst bij de drenkeling is, en dus het eerst hulp kan bieden. Het AIS-signaal kan ook worden ontvangen door alle schepen in de directe omgeving met AIS. Bakens met alleen 121,5MHz en zonder AIS, kunnen alleen worden uitgepeild door schepen met speciale apparatuur.  Sinds 1 januari 2025 zijn nieuwe positiebakens ook voorzien van DSC (klasse M) waarmee alle schepen in de directe omgeving (2-5 mijl) kunnen worden gealarmeerd. Schepen ontvangen dan een DSC-alarm op hun marifoon met de positie ten tijde van het alarm. Een positiebaken met AIS is een AIS-MOB (klasse M).
AIS versus 121,5MHz.
  • Geeft positie in lengte/breedte coördinaten en maakt dit zichtbaar op kaartplotters.
  • Een AIS-MOB zendt 8x per minuut het AIS-MOB alarmsignaal uit, at random. De AIS-MOB kan zelf geen vrij tijdslot reserveren. Er zijn per minuut 4500 tijdslots beschikbaar zodat er meestal een vrij tijdslot in het AIS-systeem is waarmee het AIS-MOB positiebaken zichtbaar wordt voor andere schepen. In hele drukke gebieden kan het echter zijn dat de AIS-MOB geen vrij tijdslot treft, en dus slecht of niet zichtbaar wordt. Denk aan het Rotterdamse havengebied, waar honderden schepen tegelijkertijd uitzenden. Het DSC-signaal van een AIS-MOB klasse M kan daar in de directe omgeving wel worden ontvangen. Daarmee is de positie van activering wel bekend.
  • 121,5MHz. geeft een peiling op de radiorichtingzoeker, zoals op de KNRM-reddingboten aanwezig is. Daarmee kan de MOB makkelijk worden gevonden. Op het eigen schip of andere vaartuigen is deze (dure) apparatuur vaak niet aanwezig. Je bent dus afhankelijk van de beperkte groep schepen (en helikopters) met beschikking over deze apparatuur om te worden gevonden/ een uit het zicht geraakte MOB op deze manier te lokaliseren. Hoewel de effectiviteit van het 121,5MHz baken groot is, duurt het langer voor de SAR eenheden bij je zijn, terwijl schepen in de buurt niets kunnen uitrichten. Bij Man-Over-Boord situaties is deze tijd cruciaal.
AIS-SART (Search And Rescue Transmitter)

Een AIS-SART werkt vergelijkbaar met een AIS-MOB, maar is specifiek ontworpen voor het gebruik vanuit reddingsvlotten of schepen in nood.

  • Bereik: Ontvangst binnen AIS-dekking, afhankelijk van de nabijheid van scheepvaart.
  • Werking: Het zendt continu de GNSS-positie (GPS-coördinaten) uit, zichtbaar op elektronische kaarten als een rood rondje met een liggend kruis, met daarbij het SART-nummer dat begint met 970.
Radar-SART (Search and Rescue Radar Transponder)

Een radartransponder is een SART die reageert op ontvangen radarpulsen van nabijgelegen schepen of vliegtuigen en zendt een sterk reflecterend signaal terug. Dit wordt zichtbaar op radar als stippen in een lijn in de richting van de SART. Het signaal is echter niet zichtbaar op de in de watersport veel gebruikte broadbandradar. Daardoor kunnen watersporters niet meedoen aan een zoekactie naar een radar-SART. Als een watersporter een radar-SART gebruikt, kan hij wel gevonden worden door (beroeps) schepen met een conventionele 9GHz pulsradar. De radar- SART werkt alleen op 9 GHz. Schepen op ruime zee (buiten het kanaal, scheepvaart scheidingstelsels) hebben meestal hun longrange (S-band) radar aan staan, waardoor ze de SART niet zomaar zien. Mede daardoor niet geschikt als noodsignaal, maar alleen als homing baken).

  • Frequentie: 9,2 – 9,5 GHz (X-band radar, ook wel 3 cm-radar genoemd).
  • Bereik:
    • Schepen: Afhankelijk van de antennehoogte van de ontvanger en de hoogte van de transponder (minimaal 1m d.m.v. telescoop paaltje of hangend aan de bovenbalk van het reddingsvlot), ongeveer 5 zeemijl.
    • Vliegtuigen: > 30 zeemijl.

  • Werking: Het signaal wordt weergegeven als een reeks stippen in een lijn op de radar in de richting van de SART.
AIS-MOB (Man Overboord)

Een AIS-MOB-baken wordt geactiveerd wanneer iemand overboord slaat. Het zendt een homing signaal uit via de AIS-frequenties:

  • Bereik: ca 2 tot 5 zeemijl, afhankelijk van de antenne hoogte van de ontvanger, en de seastate.
  • Werking: Het signaal wordt ontvangen door schepen en reddingsdiensten met een AIS-ontvanger. In de directe omgeving, weergegeven als rondje met kruis erdoor, en 972xxxxxx

Extra functie: Sommige modellen ondersteunen DSC-alarm naar de marifoon van het van het eigen schip (individual distress). Daarmee gaat op het eigen schip het luid hoorbare DSC-alarm van de marifoon af.

AIS-MOB klasse M

Sinds 1 januari 2025 zijn nieuwe positiebakens verplicht voorzien van DSC (klasse M) waarmee alle schepen in de directe omgeving (2-5 mijl) kunnen worden gealarmeerd. Schepen ontvangen dan een DSC-alarm op hun marifoon met de positie ten tijde van het alarm. Een positiebaken met AIS is een AIS-MOB (klasse M). (Nieuwe apparaten zonder DSC-klasse M mogen niet meer op AIS-kanaal 1&2 uitzenden. Deze “private” systemen laten we hier buiten beschouwing omdat alleen de speciale eigen ontvanger kan worden bereikt).

Kenmerken:

  • Frequentie: 161,975 MHz & 162,025 MHz (AIS), VHF-kanaal 70 (DSC).
  • Bereik: Tot ±5 zeemijl, hoogte antenne v/d ontvanger en seastate.
  • Activatie: Automatisch bij opblazen reddingsvest of handmatig.
  • Werking: Zendt AIS-bericht uit met GNSS-positie (GPS) en DSC (Digital Selective Calling).
  • Extra functie: Alle MOB klasse M-modellen ondersteunen DSC.
  • Registratie: Niet verplicht, wel mogelijk in de maritieme (marifoon) registratie bij de RDI als AIS-MOB, er kunnen meerdere AIS-MOB per schip worden geregistreerd.
  • Configuratie AIS-MOB via software wel aangeraden (programmeren MMSI eigen schip t.b.v. test) Het nummer van de AIS-MOB zelf blijft 972xxxxxx, er kunnen meerdere AIS-MOB’s per schip worden gebruikt.
  • Configuratie plotter: sommige plotters kunnen geprogrammeerd worden, zodat ze het nummer herkennen en een naam koppelen. BELANGRIJK! Sommige plotters geven stilliggende AIS-targets niet weer, ook niet als het een AIS-MOB betreft. Dit kan worden gewijzigd in de instellingen van de plotter, raadpleeg bij twijfel uw leverancier.
  • Voordeel DSC-klasse M: naast AIS-positie wordt met DSC direct een hoorbaar noodalarm geactiveerd op marifoons van het eigen schip en nabije schepen. Dit verhoogt de kans op snelle detectie en actie.
  • Nadeel DSC-klasse M: vanwege het geringe bereik is er een reële kans dat de Kustwacht dit alarm niet ontvangt. Doe daarom altijd met uw eigen marifoon met zo hoog mogelijk geplaatste antenne ook zelf een noodoproep. Bij Man Over Boord mag u May Day gebruiken. Vermeld (vermoedelijke) tijd en positie van het ongeval, en dat de persoon een AIS-MOB draagt die geactiveerd is. Wacht niet tot u erachter komt dat u het zelf niet redt.
  • Voordeel AIS-MOB: kan in het reddingsvest worden geïntegreerd en activeert automatisch bij het opblazen van het vest, ook bij bewusteloosheid.
  • Nadeel AIS-MOB: niet geschikt voor solozeilers door het geringe bereik.
PLB vs. AIS-MOB in reddingsvesten

Steeds vaker worden AIS-MOB’s en PLB’s  geïntegreerd in reddingsvesten. Onderstaande vergelijking helpt bij het maken van een keuze. De AIS-PLB combineert de voordelen van een PLB én een AIS-MOB in één apparaat.

Kenmerk

AIS-MOB

AIS-MOB klasse M

PLB

AIS-PLB

Frequentie

AIS-kanalen + optioneel DSC eigen schip

AIS-kanalen + DSC all ships

406 MHz & 121,5 MHz

406 MHz, 121,5 MHz + AIS

Bereik

± 5 zeemijl

± 5 zeemijl zowel AIS als DSC

Wereldwijd (via satelliet)

Wereldwijd + ±5 zeemijl AIS

Activatie

Automatisch bij opblazen

Automatisch bij opblazen reddingsvest

Alleen handmatig

Automatisch bij opblazen reddingsvest

Ontvangers

AIS-ontvangers+marifoon eigen schip

AIS-ontvangers + marifoons (DSC)

COSPAS-SARSAT

COSPAS-SARSAT + AIS

Registratie

Niet verplicht, wel geadviseerd categorie MOB in maritieme registratie met 972xxxxxx nummer

 Categorie MOB in maritieme registratie met 972xxxxxx

Verplicht bij RDI d.m.v. aanvraag PLB-vergunning met HEX-code (UIN) en serienummer van de PLB.

Verplicht: PLB registreren bij RDI met HEX-code (UIN) en serienummer.
Advies: 972xxxxxx-nummer invullen bij categorie MOB in de maritieme registratie.

Irridium telefoons en communicators

Een satelliettelefoon of communicator, zoals de Garmin Inreach, Spot of Bivy, kan erg handig zijn aan boord. Ze maken het mogelijk om buiten het bereik van de marifoon contact te houden met het thuisfront, medisch advies in te winnen of technische hulp te vragen aan de werf.

Maar let op: als noodbaken zijn deze apparaten niet betrouwbaar. Ze werken op oplaadbare batterijen, die juist leeg kunnen zijn op het moment dat je ze het hardst nodig hebt. Bovendien zijn ze alleen bruikbaar met een abonnement en is de bijbehorende alarmcentrale niet aangesloten op het officiële COSPAS-SARSAT-reddingsnetwerk. Daardoor kunnen ze een EPIRB of PLB nooit vervangen. En ook als man-over-boord hulpmiddel schieten ze tekort.

Echte noodbakens, zoals EPIRB’s en PLB’s, maken gebruik van een vaste lithiumbatterij. Deze hoeft niet te worden opgeladen en is altijd direct inzetbaar. Afhankelijk van het type gaat de batterij 5 tot 10 jaar mee, of moet hij na een activatie worden vervangen. Daarna is het apparaat weer klaar voor gebruik.

BLIJF OP DE HOOGTE VAN ONS REDDINGWERK & SCHRIJF JE NU IN!

We houden je via e-mail en de KNRM-nieuwsbrief op de hoogte van actuele reddingacties, ontwikkelingen, bijzondere evenementen, acties en nieuws van onze reddingstations.

Schrijf je nu in!