De geschiedenis van het reddingswerk in Ouddorp begon in het jaar 1825 toen de Gebroeders Goekoop uit Goedereede de noodzaak inzagen van een eigen houten roeireddingboot voor de redders. Die bewees op 20 maart 1827 al dienst toen het Engelse schip Woodbine strandde voor de kust van Goeree. De bemanning werd door de redders van boord gehaald. In de 2e helft van december 1850 kwam de nieuwe ijzeren roeireddingboot in Goedereede.
In 1869 werd de reddingpost in Goedereede opgeheven en werd er een nieuwe reddingspost in Ouddorp geopend. Er werd gevraagd aan burgemeester van Kerkwijk of hij correspondent voor het eiland wilde worden, waar hij mee instemde. In de loop van 1872 werd in de duinen bij het kustlicht een loods gebouwd waar de houten roeireddingboot van Brielle naar toe kwam. Op een wagen met paarden ervoor moest de boot naar het strand worden getrokken.
Dankzij donateurs
Wist u dat de KNRM volledig afhankelijk is van donaties?
Sinds 1824 wordt het werk van KNRM mogelijk gemaakt door trouwe en betrokken donateurs, die met donaties, giften, testamenten of legaten de KNRM steunen.
Meer informatie Word donateur
Op 18 december 1881 strandde de Zweedse bark Tripolia voor de kust van Goeree. De bemanning van de reddingboot werd opgeroepen en o.l.v. schipper Nieman werd geprobeerd de bark te bereiken. Dit bleek door het slechte weer een onmogelijke zaak. Eind november 1888 strandde de Russische bark Atalanta op de ribben in het Goereese Gat. T.h.v. Goedereede bracht men de reddingboot in zee maar ook nu weer werd het een onmogelijke tocht.
Op 30 december 1888 strandde een Duitse schoener in het Goereese zeegat, nu echter haalden de Ouddorpers onder zeer gevaarlijke omstandigheden 5 mensen van boord. In de nazomer van 1897 kreeg Ouddorp een nieuwe boot die onder beheer werd gesteld van burgemeester Karstens, de toenmalige agent. Het was een van mahoniehout vervaardigde roei/zeilreddingboot en had een lengte van 10.35, was ruim 2 meter breed en had een diepgang van slechts 40 cm. De naam werd de R. Baron van Lynden. (zie foto’s). Besloten werd om deze in de haven te leggen.
Op 30 april 1927 kwam er een station in Stellendam en besloot de directie station Ouddorp op te heffen. De Baron van Lynden werd als reserveboot in Hoek van Holland gestationeerd.
Later kwam men toch weer terug om het station te sluiten en kwam de motorredding vlet Maasvlakte uit Rozenburg in de haven van Ouddorp. Dit was een vlet met een lengte van 8.60 meter. Als agent werd Bart de Lafaille aangetrokken en als schipper werd Pouw Bezuijen gevraagd. Tijdens de oorlogsjaren waren er veel acties om in zee gestorte vliegtuigbemanningen te redden, maar helaas waren deze vliegtuigen en bemanningen niet meer te redden. Op 13 november 1944 bracht de Maasvlakte 69 mensen in veiligheid, bemanning en Wehrmachtsoldaten vanaf de Kabeljouwplaat. Ook kwam in dat jaar een nieuwe machinist aan boord, Arie Bakelaar. De Geallieerden zaten al in Brabant en Arie Bakelaar, Dirk Tanis en Jan Witte hadden samen met een groep Armeniers besproken om met de Maasvlakte de vluchten naar Brabant.
Op 23 november gebeurde dit ook en was de Maasvlakte weg. Pou Bezuijen wist van niets en was woest net als de Duitsers. Een poosje kwam de reddingboot van Stellendam in de haven van Ouddorp te liggen, maar kort na de oorlog kwam er een motorredding vlet naar Ouddorp die de naam “Ouddorp” kreeg. In 1945 kwam er een nieuw boothuis
In 1946 kreeg Ouddorp een nieuwe motorredding vlet de “Prinses Juliana”. Dit was een van vurenhout gemaakte vlet met een 40 pk Herculus Kromhout motor voor de voortstuwing. Voor het te water brengen was in het boothuis een rails en buiten bij het boothuis werd een mast met laadboom geplaatst. Op 19 juli 1948 verrichte de Prinses Juliana haar eerste redding. In de nacht werd Pouw Bezuijen gewaarschuwd dat er op de Paardenplaat 2 personen geweerschoten afvuurden en met een vlag zwaaiden. Ter plaatse aangekomen bleek een motorjacht tegen de Zuidkant van de Paardenplaat te liggen. Het jacht met 7 bemanningsleden werd naar de haven van Ouddorp gesleept.
Op 20 november 1949 was het 125 jaar geleden dat de Zuid Hollandse Maatschappij tot Redding van Drenkelingen was opgericht. Op de 11e was dit ook zo voor de Noord. Op 15 november 1949 werden ze beiden in de Ridderzaal in den Haag gehuldigd en beiden mochten vanaf die datum de naam “Koninklijke”voeren.
Op 1 februari 1953 kwam de Ramp en kwam de reddingboot Prinses Juliana in actie. Als eerste werden 5 personen van een geïsoleerd stuk dijk afgehaald en verder evacueerde de reddingboot haar dorpsgenoten. 45 personen werden vanaf de haven naar het Kilhaventje gebracht. De bemanning bleef bij de vlet maar in Ouddorp viel verder weinig voor haar te doen, dus vertrok men op 3 februari naar Schouwen. Op 5 februari was de evacuatie van de inwoners van Scharendijke, die naar een hospitaalschip op zee werden gebracht.
1 juli 1958 was een historisch jaar voor de Maatschappij, zowel de schipper van Ouddorp als van Stellendam vertrokken. Maart Bezuijen werd schipper en Teun Witte stuurman. Piet Zandburg werd machinist. Op 2 november 1967 overleed Pouw Bezuijen op 75 jarige leeftijd.
In het najaar van 1961 kreeg Ouddorp tijdelijk de Prinses Margiet uit Terheijde. De nieuwe vlet werd op 31 augustus 1961 opgeleverd en kreeg de naam Prinses Marijke. Het was een stalen vlet met een 3 cylinders GM dieselmotoren van 60 Pk die een snelheid van 8 knopen opleverde. In 1967 kreeg Ouddorp de beschikking over een Zodiac rubberboot met een 35 Pk buitenboordmotor. Rond begin jaren ’60 kwam de sportvisserij in zwang en werd regelmatig uitgevaren voor hulpverlening aan pleziervissers. In 1971 werd de Grevelingen afgesloten van de Noordzee en besloot de Maatschappij tot sluiting van de post aan de haven. In 1972 kwam de uit Engeland gearriveerde Atlantic, die de naam “Griend: kreeg. Deze had 2 buitenboord motoren van elk 50 Pk die de boot een snelheid gaven van 55 Km/uur. De boot werd gestald op een bootwagen, gebouwd door de firma van Damme, en werd geplaatst in een gehuurde loods. Voor vervoer naar het strand gebruikte men de truck van Jan Flohil, later zelfs schipper bij de KNRM, maar toen Strandtenthouder van De Zeester. In 1994 werd het boothuis Evert van der Elst aan de Stoofweg in gebruik genomen.
Op Hemelvaartsdag 1983 kwam er begin van de middag onverwacht noodweer waardoor vele watersporters werden overvallen. De Griend haalde diverse surfers aan wal en ook kwam de melding dat op de Grevelingen een jacht was gekapseisd. De reddingboot was de hele middag in touw. In 1983 werd de oude Griend vervangen door eenzelfde type, nu met 2 buitenboord motoren van 70 Pk die de boot een snelheid gaven van 60 Km/uur. Het aantal reddingen steeg elk jaar. Op 13 mei 2006 werd de 3e Griend gedoopt. Ook deze heeft al diverse reddingen op zijn naam staan.. In 2007 kwam er een John Deere tractor, 4x4 type 6520 van 125 pk en voorzien van een marifoon. Ook kwam in 2007 het drijvend boothuis Willemijntje naar Ouddorp toe. Dit ligt op een vaste plaats in de Grevelingen. Op 5 juli 2008 werd de nieuwe reddingboot Baron van Lynden gedoopt en in gebruik genomen. Per 1 oktober werd Coen van der Linde de nieuwe schipper van station Ouddorp.